BuddyBuddy

Verstandelijke beperking

Een verstandelijke beperking is een ontwikkelingsstoornis (probleem ontstaat voor 18 jaar) waarbij de verstandelijke vermogens zich niet met normale snelheid ontwikkelen en meestal nooit een gemiddeld niveau zullen bereiken.

Belangrijkste kenmerken

  • Ze reageren en begrijpen soms trager dan andere kinderen
  • Hebben vaak minder zelfvertrouwen
  • Gaan zich snel hechten aan mensen

Belangrijkste tips

  • Behandel hen niet anders dan andere kinderen
  • Leg alles eenvoudig, traag en duidelijk uit
  • Vermijd teveel competitie
  • Laat hen zelf op eigen tempo dingen proberen
  • Bespreek alle mogelijkheden met de ouders

What’s in a name?

Een verstandelijke beperking is een ontwikkelingsstoornis (probleem ontstaat voor 18 jaar) waarbij de verstandelijke vermogens zich niet met normale snelheid ontwikkelen en meestal nooit een gemiddeld niveau zullen bereiken. Door verstandelijke tekorten ontstaan moeilijkheden om volledig te functioneren in vergelijking met leeftijdsgenoten.

De term verwijst dus naar een functioneringsprobleem gekenmerkt door beperkingen in zowel het intellectuele functioneren als in het adaptieve gedrag (gedrag aanpasbaar aan de situatie) zoals dat in sociale, conceptuele en praktische vaardigheden tot uiting komt.

Afhankelijk van het IQ (intellectuele vermogen) van mensen wordt gesproken over een licht verstandelijke beperking, matig verstandelijke beperking, ernstig verstandelijke beperking en diep verstandelijke beperking.

Er zijn verschillende oorzaken voor een verstandelijke beperking. Enkele oorzaken zijn erfelijkheid, trauma's, niet aangeboren hersenletsels, aangeboren hersenletsels … Bij sommigen valt de precieze oorzaak moeilijk te achterhalen. Meest voorkomend is een zuurstoftekort tijdens of na de geboorte. Ook door bepaalde ziektes zoals meningitis kan een kind een verstandelijke beperking krijgen.

Syndroom van Down

De bekendste vorm van een verstandelijke beperking is hetSyndroom van Down. Dat is een aangeboren afwijking die gepaard gaat met een verstandelijke beperking, typerende uitwendige kenmerken en bepaalde medische problemen. Soms wordt ervan uitgegaan dat de mentale leeftijd van een persoon met het Syndroom van Down gemiddeld acht jaar bedraagt, maar dat verschilt van individu tot individu. Sommigen zullen op latere leeftijd bijna normaal kunnen functioneren in de maatschappij, anderen zullen permanente begeleiding nodig hebben.

Gehechtheid

Gehechtheid is het biologisch gegeven dat kinderen geneigd zijn om de nabijheid van een specifiek persoon op te zoeken in situaties van stress. Op basis daarvan ontwikkelen kinderen hechtingsrelaties. Een veilige hechtingsrelatie is een beschermende factor voor een gezonde psychische ontwikkeling. Bij kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking is die veilige hechtingsrelatie vaak afwezig, er is met andere woorden een verhoogd risico op een onveilige hechting of zelfs kans op een hechtingsstoornis. Dat kan dus een invloed hebben op de verdere psychische ontwikkeling waarbij een verhoogd risico ontstaat op het ontwikkelen van emotionele problemen of gedragsstoornissen. Ook persoonlijkheidsstoornissen zoals borderline komen vaak voor bij onveilig gehechte kinderen.

Mogelijkheden

Het is belangrijk om voor kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking uitdagende situaties te ontwikkelen waarbij ze gestimuleerd worden om verder te ontwikkelen. Essentieel daarbij is het vermogen te kunnen denken in de mogelijkheden, veel meer dan te denken in belemmeringen of onmogelijkheden. Wat je moeilijk vindt is te leren, wat je echt niet kunt moet je accepteren. Voor specifieke of bijkomende vaardigheden kan een extra behandeling of stimulans hulp bieden. Denk maar aan logopedie (spraak), ergotherapie (motoriek) of psychologische ondersteuning (opvoedingsproblemen).

Vertraagde ontwikkeling

Bij kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking kost het meer tijd en energie om vaardigheden en kennis te verwerven en eigen te maken. Vandaar dat ze spreken over een vertraagde ontwikkeling. Ook in de sociaal-emotionele ontwikkeling kan een kind met een verstandelijke beperking achterstand oplopen.

Volg deze tips

  1. Ga langs bij de ouders en bespreek met hen hoe jullie hun kind een plaats kunnen geven in jullie groep. Zij kennen hun kind normaal gezien het beste en kunnen jullie een schat aan informatie geven. Maak afspraken: wat is mogelijk en wat niet? Als jullie duidelijk uitleggen waarom jullie bepaalde keuzes maken, is de kans groter dat ze er begrip voor hebben. Vergeet niet die informatie te delen met de rest van de leidingsploeg.
  2. Behandel het kind als een gelijke. Een kind of een jongere met een verstandelijke beperking is in de eerste plaats een kind net als alle andere. Over het algemeen zijn er geen speciale regels of uitzonderingen nodig. Andere kinderen informeer je enkel als dat nodig is. Let vooral op dat je niet in de valkuil trapt van het "anders behandelen". Ga bijvoorbeeld geen extra punten (onbewust) toekennen aan de groep waarin het kind met een beperking zit.
  3. Let op je communicatie:
    Trek de aandacht voordat je begint te praten.
    Gebruik duidelijke taal en korte zinnen.
    Taal wordt vaak letterlijk genomen, waardoor het kind iets anders kan begrijpen dan jij bedoelt. Pas op met grapjes en figuurlijk taalgebruik.
    Spreek niet te snel en ga even na of het kind je begrepen heeft.
    Visualiseer je speluitleg als het moeilijker wordt.
  4. Neem voldoende tijd om zaken uit te leggen, wees niet ongeduldig. Laat kinderen en jongeren met een mentale beperking dingen doen op hun tempo.
  5. Gebruik duidelijke lichaamstaal en eenvoudige gebaren om uitleg verder te verduidelijken. Doe eventueel bepaalde zaken voor.
  6. Vaak vallen kinderen met een mentale beperking niet op in de groep. Hou in de gaten wanneer ze uit de boot zouden vallen. Ze zullen het niet snel zeggen als ze iets niet begrijpen of als ze zich niet goed voelen in de groep.
  7. Zorg voor een duidelijke dagstructuur. Neem bijvoorbeeld op kamp de dagindeling op voorhand even samen door. Dat zorgt voor duidelijkheid en houvast.
  8. Probeer verder het aantal spelregels beperkt te houden en pas regels of uitleg steeds toe op een kind. Leg bijvoorbeeld uit: Als Pieter tikker is, dan moet hij twee keer fluiten. Leg alles geleidelijk aan uit en verander de regels niet te plots of te vlug.
  9. Te veel competitiespelen kan je beter vermijden. De andere kinderen zullen dan niet met het kind met de beperking in de groep willen zitten uit schrik om te verliezen. Het resultaat kan zijn dat kind of de jongere in kwestie zich niet welkom of uitgesloten gaat voelen.

En leiding met een mentale beperking?

Voor hen gelden eigenlijk dezelfde tips. Het is belangrijk dat je hen inzet volgens hun talenten. Probeer dus te ontdekken wat die talenten zijn. Probeer hen te begeleiden in zaken die moeilijker zijn, zoals sociaal contact met ouders. Het animatortraject op maat kan een grote hulp zijn.

Hulp nodig of nuttige info?

  • Je diversiteitsmedewerker van je organisatie
  • De vereniging personen met een beperking biedt heel wat informatie aan over personen met een mentale beperking. Zij bieden ook trajectleiding aan voor zowel jeugdwerkers als kinderen en  jongeren met een beperking.
    DITO, ditovzw.be; info@ditovzw.be; 02-515 02 61
  • De beperking vormingsmap is online gratis te downloaden. Het is een handig instrument waarin veel tips en spelen te vinden zijn.
    www.demos.be
  • Via de spelensite kan je heel wat tips en spelen vinden om met kinderen met een beperking om te gaan. Er is ook een filmpje te vinden over kinderen met een beperking en de hoe de leiding, ouders en andere kinderen daarmee omgaan.
    www.spelensite.be

Een initiatief van

De GenereuzenDe Warmste Week

in samenwerking met

Katholieke Landelijke JeugdChiroFOS Open ScoutingJe beestigste jeugdbewegingKatholieke Studerende JeugdJeugd Rode Kruis VlaanderenScouts & Gidsen VlaanderenEvangelisch jeugdverbond